
De spleetgrootte tussen de hamers en de zeef van de breker moet worden bepaald op basis van de hardheid en de breekvereisten van het verwerkte materiaal. De aanbevolen spleetgrootte ligt doorgaans tussen 0,5 en 2 millimeter. Voor specifieke materialen zoals granen wordt een spleet van 4 tot 8 millimeter aanbevolen. Voor stro is de aanbevolen spleet 10 tot 14 millimeter. Deze aanbevolen waarden zijn gebaseerd op praktijkervaring en orthogonale experimentele resultaten, die de breekefficiëntie kunnen verbeteren en de levensduur van de apparatuur kunnen verlengen.
Brekers zijn onmisbare apparatuur in veel industrieën, met name in sectoren zoals veevoerverwerking en biomassa-energie. De prestaties van de breker hangen grotendeels af van het ontwerp van de interne hamer- en zeefplaten, met name de grootte van de spleet ertussen. Deze spleet is niet alleen van invloed op de breekefficiëntie, maar ook op de levensduur van de apparatuur.
1. De relatie tussen de spleetgrootte en de breekefficiëntie
De opening tussen de hamer en de zeef heeft een directe invloed op het breekeffect en de efficiëntie van de breker. De opening is te groot en het materiaal kan niet volledig door de hamer worden geraakt en vermalen, wat resulteert in een lage breekefficiëntie. Een te kleine opening kan daarentegen weliswaar het contactoppervlak en het aantal slagen tussen het materiaal en de hamer vergroten en de breekefficiëntie verbeteren, maar kan ook leiden tot voortijdige slijtage van de hamer en de zeef, en zelfs tot vastlopen en ondoordringbaarheid van het materiaal, wat de normale werking van de machine beïnvloedt.

2. Aanbevolen spleetwaarden voor verschillende materialen
De spleetgrootte tussen de hamer en de zeef moet variëren, afhankelijk van de hardheid en de verbrijzelingsvereisten van het verwerkte materiaal. Voor graanproducten wordt vanwege hun gemiddelde hardheid een spleet tussen 4 en 8 millimeter aanbevolen. Dit garandeert een hoge verbrijzelingsefficiëntie en verlengt de levensduur van het hamerblad en de zeef. Voor stroproducten wordt vanwege hun lange vezels en hoge taaiheid een spleet tussen 10 en 14 millimeter aanbevolen om verstrengeling of verstopping tijdens het verbrijzelingsproces te voorkomen.

3. Praktische richtlijnen en voorzorgsmaatregelen
In de praktijk moeten operators de afstand tussen de hamers en de zeef flexibel aanpassen aan de materiaaleigenschappen en de productie-eisen. Daarnaast zijn regelmatige inspectie en vervanging van ernstig versleten hamers en zeefdelen essentieel voor het behoud van een efficiënte werking van de breker. Door de afstanden tussen de hamers en de zeef goed in te stellen en te onderhouden, kan niet alleen de efficiëntie van de breker worden verbeterd, maar kunnen ook het energieverbruik en de kans op storingen worden verminderd.
Kortom, de spleetgrootte tussen de hamerslag en de zeef van de breker is een belangrijke factor die de breekefficiëntie en levensduur beïnvloedt. Door de hierboven genoemde aanbevolen waarden en praktische richtlijnen te volgen, kunnen gebruikers de prestaties van de breker beter optimaliseren en de levensduur ervan verlengen.

Plaatsingstijd: 02-04-2025